Tijdens een bezoek aan Auschwitz ontdekt Paul Glaser in een vitrine een koffer uit Nederland met zijn achternaam erop. Dit is voor hem het moment om het familiegeheim te onthullen; de ontdekking van de Joodse identiteit van zijn familie en het verzwegen lot van tante Roosje. Roosje is een geëmancipeerde vrouw die met flair haar plek heeft veroverd. Als danslerares boekt ze successen en danst in Amsterdam, Londen, Parijs, Berlijn en Brussel. Ze verliest haar grote liefde, zoekt troost en trouwt de verkeerde man. Wanneer de nationaalsocialisten de macht grijpen begint voor Roosje, 25 jaar oud en Joods, een levensgevaarlijk avontuur. Zeker wanneer haar man sympathiseert met de nazi's. Ze wordt slachtoffer van verraad door haar eigen man. Het plaatst haar voor grote en soms onmogelijke dilemma's. Roosje komt terecht in zes concentratiekampen. Onder deze moeilijke omstandigheden probeert ze de regie over haar leven te houden. In Auschwitz leert Roosje SS'ers dansen en de bijbehorende etiquette. In zijn zoektocht brengt de auteur het schokkende, ontroerende en meeslepende verhaal van zijn tante tot leven. Een waar gebeurd verhaal dat de lezer raakt in het diepst van zijn ziel. Ontroerende en schokkende literaire non-fictie.