Socrates-hoogleraar Anne Ruth Mackor signaleert een toename van protocollen en meetinstrumenten in professies. Zij stelt de vraag naar de verklaring en de wenselijkheid van deze ontwikkeling aan de orde. In algemene termen vraagt zij zich af waarom professionalisering zich voltrekt langs de weg van de invoering van protocollen en meetinstrumenten en gaat vervolgens dieper in op twee specifieke professies: die van geestelijk verzorger en van forensisch gedragskundige. Zij betoogt dat de verklaring voor genoemde ontwikkelingen in de geestelijke verzorging verschilt van die in de forensische gedragskunde en dat de verschillen voortvloeien uit specifieke kenmerken en omstandigheden van beide professies. In de geestelijke verzorging lijken de ontwikkelingen te worden gevoed door onduidelijkheden over de identiteit van de geestelijke verzorging. De ontwikkelingen in de forensische gedragskunde lijken met name een gevolg te zijn geweest van een machtsstrijd tussen forensisch psychiaters en psychologen tegen de achtergrond van veranderende maatschappelijke opvattingen over strafrecht. Ten slotte bespreekt Anne Ruth Mackor de vraag of de toename van protocollen en meetinstrumenten een wenselijke ontwikkeling is. Zij beargumenteert dat het een goede zaak is dat de forensische gedragskunde de weg van protocollering en kwantificering heeft gekozen, maar dat het zeer de vraag is of geestelijk verzorgers er goed aan doen dit pad op te gaan.