'IJje Wijkstra uit Grootegast schoot vier agenten door de ribbenkast.' In het Groningse Westerkwartier waren op 18 januari 1929 in de strenge vrieskou vier veldwachters bij de woning van IJje Wijkstra aangekomen om de vrouw op te halen die bij hem ingetrokken was, maar haar kinderen onverzorgd had achtergelaten. Wijkstra schoot ze alle vier neer, sneed ze de keel door en stak zijn woning in brand. In deze nationaal zeer geruchtmakende zaak werd Wijkstra in de media als beestmens afgeschilderd. Later figureerde hij juist als tragische held in boeken, romans, theaterstukken en de speelfilm Het Teken van het Beest (Pieter Verhoeff, 1980). Op basis van uitgebreid nieuw onderzoek toont dit boek voor het eerst alle achtergronden van de moordenaar, het drama en de rol van de omgeving daarin. Het beschrijft niet alleen de lotgevallen van de hoofdpersonen in een eigenzinnige omgeving, waarin eigenrichting, wapens, stroperij en bijgeloof nog niet ongewoon waren. Ook worden het drama, het daaropvolgende onderzoek en de strafvervolging nauwgezet onder de loep genomen. Het teken van het beest laat zien dat de omgang met een schokkende gebeurtenis als deze ons meer duidelijk maakt over politie, justitie, media en omstanders dan over de gebeurtenis zelf. Libbe Henstra (1970) studeerde geschiedenis in Groningen.