In 1803-1804 speelde zich in de kolonie Suriname een drama af dat de bewoners van vooral Paramaribo maandenlang bezighielden en waarbij twee joodse planterszonen betrokken waren. John H de Bye, de auteur van dit boek kwam bij toeval op het spoor van deze geruchtmakende zaak, toen hij in het 'Notulenboek van de Hoogduitsche Gemeente van 1795 tot 1805' op zoek was naar stamboomgegevens van zijn familie. In het Algemeen Rijksarchief in Den Haag vond De Bye in de documenten van de Raad van Politie uit Suriname het hele proces rond de twee planterszonen, Joseph del Casthilho en Jacob da Costa. Vanuit het meer dan 2000 pagina's tellend archiefmateriaal en geplaatst tegen de schilderachtige achtergrond van de laat 18e-eeuwse Surninaamse-joodse geschiedenis, kon de auteur zo natuurgetrouw mogelijk de gebeurtenissen reconstrueren, die leidden tot de dramatische dubbele moord in het bos van plantage Beaumond aan de Boven-Surinamerivier.