De roman Ter hoogte van het Salsa-paviljoen vertelt het levensverhaal van Vos, jongste en dromerige telg van een Texelse boerenfamilie. Na zijn studie geschiedenis in Amsterdam onderneemt hij als freelance journalist een zoektocht naar het 'andere' verleden. Tijdens een zomer keert hij terug naar zijn geboortegrond om zich te documenteren voor een ambitieus boek over een kerkscheuring in Oosterend, toen het nog een bijbeldriftig dorp was. In datzelfde seizoen ontmoet hij de vrouw van zijn leven: de sensitieve en ondoorgrondelijke Resi van Wulfenhorst, die als seizoenkracht op Texel werkt. De uitzinnige bloei van hun liefde zal het voorspel blijken te zijn van een noodlottige verwikkeling. De biografische achtergronden van Vos en Resi roepen een tijdsbeeld op van onze naoorlogse samenleving. Daarnaast ontvouwt zich in de verspreide onderzoekingen van Vos een panorama van de negentiende en twintigste eeuw. Ter hoogte van het Salsa-paviljoen heeft trekken van een Bildungsroman door de verschillende vraagstukken die het aan de orde stelt: de verhouding ouder en kind, het wezen van de liefde en de eeuwige worsteling tussen de seksen, religie en moraliteit, de troost en ontoereikendheid van vriendschap. Maar voor alles is het de geschiedenis van een man die dacht dat dit leven gedroomd kan worden. 'Ter hoogte van het Salsa-paviljoen is een ideaal boek om je een paar dagen in te begraven. (...) Waarmee Dros bewezen heeft wat hij allicht wou bewijzen: dat de romantiek van alle tijden is.' Bart Vervaeck, De Morgen, 20-8-1999.