De op Trinidad geboren Hindoestaan V. S. Naipaul is zijn leven lang al gefascineerd door India, dat hij min of meer als zijn land van herkomst beschouwt. Het bijna een miljard inwoners tellende land is voor Naipaul het meest opvallende symbool van hedendaagse verscheurdheid. Enerzijds ontwikkelt het zich in snel tempo tot een moderne industriestaat, anderzijds dreigt het ten onder te gaan aan enorme sociale, religieuze en etnische tegenstellingen. Een ultramodern land, doordesemd met verstarde, wurgende tradities. Waar gaat India heen?Naipaul zocht al een antwoord in zijn India, a wounded civilization uit 1977 en in An area of darkness. In Terug naar India doet hij een nieuwe poging. Hij reisde kriskras door het land, sprak met politieke en sociale topfiguren, maar ook met mensen die hij toevallig ontmoette. Hij liet de steden en landschappen diep op zich inwerken. Zijn conclusie is dat India nog steeds geen eigen identiteit, geen compacte, samenhangende ideologie heeft gevonden. Het overbruggen van tegenstellingen wordt daardoor ernstig bemoeilijkt. Anderzijds is er ook een hoopvolle vitaliteit, een dynamiek die zich niets aantrekt van allerlei ontwikkelingen waarvan velen meenden dat ze India allang te gronde zouden moeten hebben gericht. Alle wegen in dit land van ongekende mogelijkheden staan nog open. Naipaul schrijft hierover op de van hem bekende manier: wijs, voornaam, beeldschoon.