Op een vroege ochtend in april vermoordt de achttienjarige Billy Gilley zijn ouders in hun slaap. Ook zijn jongste zusje Becky, die op het lawaai afkomt, wordt gedood. Hij loopt naar boven, naar de slaapkamer van Jody, zijn andere zus, en zegt haar: 'Nu zijn we vrij.' Maar kun je ooit werkelijk vrij zijn na een dergelijke misdaad? Met de moord kwam een einde aan de jarenlange mishandeling van Billy en Jody, maar ze moesten beiden opnieuw beginnen met hun leven. De een als levenslang veroordeelde, de ander als wees. Kathryn Harrison schetst op aangrijpende wijze een beeld van het drama van mishandeling en geweld binnen een gezin. Hiervoor won ze het vertrouwen van Jody en Billy en sprak ze met vrienden, politie en therapeuten die bij deze zaak betrokken waren. Terwijl ze sliepen is Kathryn Harrisons persoonlijke zoektocht naar de grenzen aan de veerkracht van jonge mensen na een grote tragedie, waarbij ze haar eigen ervaringen spiegelt aan die van de Gilleys.