Konrad Johanser, een geniale doctor in de Germaanse letterkunde en grafoloog aan het Instituut voor Duitse Romantiek, kan het leven in de hoofdstad niet langer aan. Hij is ongelukkig getrouwd, zijn minnares is spoorloos verdwenen en hij verliest zijn baan. In de hoop rust te vinden, trekt hij zich terug in zijn geboortestreek. Zijn verblijf begint echter op een ballingschap te lijken als bekend wordt dat hij in het verleden teksten heeft vervalst. Johanser raakt verstrikt in een web van leugens, waan en schuld. Om zijn idylle in stand te houden, laat hij geen middel onbenut - zelfs moord behoort tot de mogelijkheden.