In het jaar 921 vertrekt de Arabische hoveling Ibri Fadlan vanuit het luxueuze Bagdad op een diplomatieke missie. Onderweg wordt hij door een bende vikingen ontvoerd. Door deze barbaren gedwongen, trekt hij door de barre streken achter de Wolga en vecht hij mee in de strijd op leven en dood tegen de moord lustige, geheimzinnige bewoners die dit gebied onveilig maken. Ibn Fadlan trekt door uitgestrekte bossen en komt over verre wateren waaruit 's nachts reusachtige zwarte wezens oprijzen. Hij is altijd op zijn hoede voor zowel zijn ongewenste reisgenoten als hun onbekende vijand over wie niemand durft te spreken...