Voor Theun de Vries (1907-2005) was schrijven de essentie van zijn bestaan. Met zo'n honderdzestig titels behoort hij tot de meest productieve auteurs in de Nederlandse literatuur. Voor veel lezers is hij vooral de schrijver van historische romans. Tot zijn bekendste titels behoren 'Rembrandt' (1931), 'Stiefmoeder Aarde' (1936), 'Het meisje met het rode haar' (1956), 'Het motet voor de kardinaal' (1960) en 'Baron' (1987). Maar hij was ook dichter en essayist en hij schreef historische non-fictie, reisverslagen, liedteksten, toneelstukken en hoorspelen. Zijn werk is meerdere malen onderscheiden. Hij ontving de P.C. Hooftprijs (1963) en de Rijksuniversiteit Groningen verleende hem een eredoctoraat in de Letteren (1979). Deze biografie wil recht doen aan de enorme omvang en de veelzijdigheid van zijn oeuvre. Het verhaal van leven en werk is chronologisch opgezet en biedt zich op zijn ontwikkeling als schrijver. Theun de Vries was een maatschappelijk en politiek bewust kunstenaar, die zeer betrokken was bij de grote vraagstukken van de twintigste eeuw. Zijn levensverhaal valt er in jaren nagenoeg mee samen. De geschiedenis van die eeuw heeft richting gegeven aan een schrijverschap, dat getuigt van geloof in een groeiende humaniteit in de geschiedenis.