Getallen, data, tijd en de lengte van de meter zijn objectieve waarheden die het leven overzichtelijk maken, nietwaar? Niet waar. In Tien verdwenen dagen onderzoekt Michiel van Straten dergelijke alledaagse dingen, en ontdekt verrassende verhalen. Zoals dat van André Méchain, de meest precieze wetenschapper ter wereld. Hij werd bijna krankzinnig tijdens het definiëren van de lengte van de meter (die nu 0,2 mm te kort is). Of dat van de jonge Stuart McArthur, die een wereldkaart maakte die zijn docenten schokte en zijn klasgenoten in verwarring achterliet – niks was herkenbaar, terwijl er niets fout was. Tien verdwenen dagen zit vol verhalen over bijzondere mensen die de wereld haar gezicht hebben gegeven. Een wereld die vooral blijkt te bestaan uit subjectieve en feilbare menselijke ontwerpen. Uw wereldbeeld zal na het lezen van dit boek niet meer zijn wat het toch al nooit geweest is.