Dontsjev vertelt een groots verhaal van haat en liefde, trouw en verraad, moed en lafheid tijdens de gedwongen islamisering van de bewoners van het dal Elindenja in het Rodopengebergte in het zuiden van Bulgarije. Dontsjevs meesterlijke pen schetst de titanenstrijd van op elkaar botsende, onbuigzame karakters tegen de achtergrond van besneeuwde bergtoppen, ondoordringbare bossen en geurige valleien.