'Afscheid nemen van de communistische leer was voor Karel van het Reve een pijnlijke affaire. Hoe ingrijpend deze breuk was, blijkt pas goed uit voorheen ongepubliceerde of niet gebundelde geschriften die nu zijn opgenomen in zijn Verzameld Werk, waarvan inmiddels vier delen zijn verschenen. De gevolgen van zijn geloofsafval waren zo radicaal dat deze afvalligheid, eenmaal voltooid, zijn oordeel over de ontwikkeling van het internationale communisme volledig zou gaan beheersen. Wat hem persoonlijk was overkomen, voltrok zich volgens zijn waarneming vervolgens ook aan het Sovjetimperium. Zijn theorie had voorspellende waarde voor de ondergang van dit communistische rijk, maar zegt waarschijnlijk ook iets over de toekomst van het Chinese communisme.' Aldus Ronald Havenaar in zijn artikel 'Geloofsafval als bestemming'. Verder in dit nummer: Jaap Goedegebuure over C.O. Jellema, Jos Vos over Cees Nooteboom, Trees Dunk over Frida Vogels, Joop Goudsblom over Menno ter Braak, een interview met Herta Müller, verhalen van Sander Kollaard, Gilles van der Loo, Marijke Spies en Kerim Göçmen, poëzie van Menno Wigman, Delphine Lecomte, Kate Northrop, Harry M.P. van de Vijfeijke, Hedwig Selles en Mark Strand en een selectie uit de blogbijdragen van Guus Middag en Lieke Marsman. De schilder en het meisje van Margriet de Moor kreeg een vernietigende kritiek in Het Parool en juichende besprekingen in NRC Handelsblad en de Volkskrant. Is het nu wel of niet een goede roman? Carel Peeters noemt het een 'glorieuze mislukking'.