Louis Th. Lehmann (1920), schrijver, jurist, scheepsarcheoloog en muzikant, schreef naast poëzie ook romans, verhalen, reportages, essays, vertalingen, wetenschappelijke studies en een surrealistische kameropera. Na een dichterschap van ruim zestig jaar, verzameld in Gedichten 1939-1998, verrast Lehmann met deze nieuwe bundel die vrolijk, vitaal en afwisselend is als zijn hele oeuvre.