Op levendige wijze heeft H.N.B. Roels in zijn memoires beschreven hoe het eraan toeging op de 'witte vloot' van de Koninklijke Marine, op de hagelwitte kelapa-stranden onder de koperen ploert, in het kraakheldere zeewater tussen het bloedrode karang, in de grijsbruine loempoer van het bako bako tussen de krokodillen en de agos-agas vliegje, of bij de kampongs van de koppensnellers. Het Nieuw-Guinea van toen komt weer tot leven en de noeste arbeid die werd verricht om de vaarwaters voor de zeeman veilig te maken, wordt eer gedaan.