Rutger Rietman is een jonge journalist met idealen. Bij een populair familieweekblad maakt hij zonder zich erg in te spannen een bliksemcarrière. Op een gure winterdag bezet hij samen met enkele actievoerders een boortoren in Noord-Groningen. Deze levensgevaarlijke onderneming, gericht tegen de opslag van atoomafval in de noordelijke zoutkoepels, lijkt een geweldig succes, totdat een verschrikkelijk geheim in de openbaarheid komt. Ongewild wordt Rutger het middelpunt van een groot schandaal. In zijn werk maar ook persoonlijk raakt hij verstrikt in een web van leugens en hypocrisie. Uiteindelijk raakt hij niet alleen zijn idealen kwijt, maar ook zijn reputatie en zijn geloofwaardigheid. En als hij al lang denkt de catastrofe voorbij te zijn, verliest hij tenslotte zijn naïviteit. Torenval geeft een soms ironische schets van goede bedoelingen met rampzalige consequenties, en het vervagend onderscheid tussen schijn en werkelijkheid. Torenval is het fictiedebuut van Jan Folkerts (1953): een roman tegen het decor van de jaren zeventig van de vorige eeuw, waarin het stijlregister van de populaire weekbladpers doorklinkt.