Het is pas juni, maar de thermometer ligtal weken rond de veertig graden. Het leven in de stad raakt ontwricht. Drie mannen en een vrouw besluitende hitte te ontvluchten. Emidio, welbespraakt kok, die ooit als pianowonder gold maar pijnlijke nederlagen leed; de dirigent Lentini, kloostermonnik totdat hij door de begeerlijke Française Neva werd bevrijd; en de oude Mondo, die zijn leven als toneelmeester tussen de coulissen slijt. Ze willen hun heil zoeken bij Michele Casale, die als achttiende-eeuws patriciër huist in een vervallen rotsstadje. Wat let hen, nu het kunstenfestival dat de Italiaanse provinciestad internationale faam bezorgde ter ziele is? Maar op de ochtend van vertrek blijkt Neva verdwenen. Op de rots dringen herinneringen, ergernissen en vragen zich op. Emidios verleden, zijn ongedurige kwaadheid en de dubbelzinnige liefde voor Neva omsingelen hem. Tot de regen komt verhaalt over verval, vriendschap en verraad, over liefde, vrij zijn en vastklampen.