Wanneer hij in 1933 op reportage in Hongarije is, ontmoet journalist Frans Schneiders de beeldschone Erzsébet Szántó, Binnen een paar dagen verovert hij haar hart en na een lawine van liefdesbrieven trouwen zij in Boedapest. In Nederland leven de echtgenoten met hun kinderen in de veilige haven van het rijke roomse leven en de katholieke kennissenkring. Intussen neemt Frans in columns en satirische gedichten stelling tegen het dreigende nationaalsocialisme, zoals hij na de oorlog in diverse kranten een niet-aflatende strijd zal voeren tegen het goddeloze communisme. Op basis van talloze brieven, gedichten en krantenartikelen, en van persoonlijke herinneringen aan zijn katholieke opvoeding, schetst zoon Ferenc het leven van zijn ouders. Tot ziens in de hemel is het resultaat: een boeiend, ontroerend, en geestig portret van een bijzonder echtpaar en van een voorgoed voorbije tijd; een tijd van armoede, verborgen seksualiteit en verzuiling. Maar als die katholieke zuil zo'n veilige haven was, waarom blijft moeder dan haar leven lang een geheim met zich meedragen?