Wat doet de ik-persoon in een romancyclus als zijn schepper niet lang meer te leven heeft? De verteller in Traag licht is eerst razend, dan diep bedroefd. Zo gaat dat bij mensen die in de leegte kijken. Hij besluit haast te maken en zijn schepper voor te zijn in de dood: 'Nog voordat het doek valt zal ik me leeg vertellen, ik laat me niet met de buik vol onuitgesproken verhalen de eeuwigheid in sturen omdat hij het bijltje erbij neer moet gooien.' Met Traag licht voltooide Herman Franke zijn romancyclus 'Voorbij ik en waargebeurd'. Zoals in al zijn romans is de verbeelding er ongeremd en baldadig aan de macht. Door zijn vroegtijdige dood is het een 'Unvollendete' geworden. Toch heeft Franke de verhalen die hij in de vervolgdelen van zijn romanreeks had willen vertellen, in dit slotdeel te pakken gekregen. Daarbij nam hij noodgedwongen zijn toevlucht tot het uitschrijven van voornemens en het opnemen van werknotities, wat deze roman een uniek karakter geeft. Deze uitgave is verrijkt met een interview met Herman Franke, waarin hij aan NRC-journalist Toef Jaeger vertelt over zijn oeuvre, de naderende dood en zijn werk aan Traag licht.