Marcel Proust schaarde Nerval onder de drie à vier belangrijkste schrijvers van de negentiende eeuw, deze poète maudit met een strikt eigen verbeeldingswereld. Naast zijn baan als toneelcriticus ondernam Nerval als journalist reizen die in zijn werk hun neerslag vonden. In 1841 openbaarde zich zijn geestesziekte. Ten prooi aan depressies en identiteitscrises waarin hij zich vereenzelvigde met sprookjesprinsen en oriëntaalse grootheden, schreef Nerval niettemin een klein groots oeuvre dat een inspiratiebron vormde voor symbolisten en surrealisten. In Nederland waren Nijhoff en Marsman zijn grote aanhangers. Vlak voor Nervals zelfgekozen dood maakte Félix Nadar het aangrijpende fotoportret van hem dat het omslag siert. Edu Borger maakte een keuze uit het veelal autobiografische proza van Nerval, waarin het thema van de dubbelganger veelvuldig aan bod komt en het parcours van zijn waanzin (Aurélia)euze sfeerschetsen, rauw realisme en surrealistische beelden staan rug aan rug: bevroren paarden in het Ladogameer aan het Finse front, het leven in het getto van Warschau, het wongeschminkt over het voetlicht komt.