Onder een doorkijkhemel liggen wij in grote grazige bedden waar ik met een beschaafd dotje spuugje navel vul tot meer lief diep meer ik zak door de bodem heen en zoek met mijn mond naar roze duikboten en hun kapitein die mij naar binnen trekt met zijn zalige inhalige tongen spreekt van kleine geile loedertjes die het diepe in springen dat ben ik dat ben ik roep ik blij ja liefje dat ben jij kom hier nu het buiten zulk mooi weer is, de deur op een kier kan en het binnen nog niet waait lik ik je lippen droog als dat zou kunnen likte ik je lippen droog De gedreven, expressieve poëzie van Johanna Geels maakte alindruk op het slamcircuit. In haar debuutbundel Tuig zal ook de lezer aan den lijve ondervinden welk bereik Geels heeft.