Een boek over een vader. Gregor Frenkel Frank (75) schrijft in de vorm van een brief aan zijn vader die in 1980 overleed. Die vader was Stehgeiger, een violist die staande voor zijn orkest als dirigent en solist optreedt. Zijn artiestennaam Georg Frank. Als Russische jood in Breslau opgegroeid, vierde hij vanaf zijn negentiende triomfen in de cafés van het vooroorlogse Duitsland, waar de mensen kwamen om naar licht klassieke muziek te luisteren. Toen hem door het nazi-regime verboden werd te werken, week hij eerst uit naar Zwitserland en daarna naar Nederland. Tijdens de bezetting werd hem wederom verboden te werken, maar door zijn niet-joodse vrouw is hem het ergste bespaard gebleven. Na de oorlog pakte hij zijn verstoorde carrière als violist weer op. Wie dit boek leest maakt door de vader kennis met een bijzonder en vermakelijk mens, een bewogen tijd en een voorbije Midden-Europese cultuur. En met een zoon die zijn twijfels en vermoedens heeft, maar het met veel liefde en humor al zijn herinneringen boekstaaft. Komische en ontroerende taferelen wisselen elkaar af, snel en beeldend geschreven. Het is alsof Frenkel Frank een balans wil opmaken en zijn vader uit de doeken wil doen voordat het allemaal vervaagt,