Wonderlijk rauw en bizar klinken de oudste verhalen uit Noord-Europa, waaronder de Edda, ons in de oren. Waar gaat dit over? Hier worden duidelijk geen persoonlijke beslommeringen of zieleroerselen uitgebeeld, en evenmin de lotgevallen van een volk. De beelden zijn van bovenmenselijk, kosmisch formaat. Ze handelen over een dramatische proces, waar enorme creatieve krachten bij betrokken zijn. Dat proces is de schepping van de wereld, de creatieve krachten zijn de goden, reuzen en dwergen, en het doel van hun inspanning is de mens. Tussen Wodan en Widar tracht de evolutionaire beelden van Edda, met al hun wonderlijke en grillige details, stap voor stap te ontsluieren. Daarbij biedt de spirituele kosmologie van Rudolf Steiner een fascinerende leidraad. Oude overleveringen en twintigste-eeuwse helderziendheid blijken elkaar in hoge mate aan te vullen en tot een inspirerend beeld van de menselijke ontwikkeling samen te smelten.