In twee levens vertelt Vikram Seth het verhaal van zijn Oom Shanti Seth en Henny Caro, wier levens vanaf het moment dat ze elkaar ontmoetten voor altijd verbonden waren. 'Shanti-oom' werd geboren in 1908, in India. Begin jaren dertig stuurde zijn familie hem naar Berlijn om tandheelkunde te studeren. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Henny, behorend tot een ontwikkelde joodse, vaderlandslievende, Duitse familie. 'Nee, niet die zwarte!', was haar eerste reactie toen haar moeder Shanti in huis wilde nemen. Maar ze raakte bevriend met hem. En toen ze vlak voor de oorlog Duitsland ontvluchte, wachtte hij haar op in Londen. Vikram Seth laat zien hoe hun levens met elkaar vergroeiden. Hoe de oorlog Shanti als legertandarts naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten voerde en naar het slagwerk van Monte Cassino waar hij zijn rechterarm verloor; hoe Henny na de oorlog bleef zoeken naar nieuws over haar moeder en zuster. Hij vertelt over hun huwelijk, over hoe Shanti zijn beroep als tandarts weer opnam en uiteindelijk over de komst van hun achterneef uit India: de student Vikram Seth. Een verhaal, een intiem portret, herinneringen en een geschiedenis van de twintigste eeuw: Twee levens is het allemaal tegelijk.