De ene is geboren in Marokko, de andere niet. De ene heeft een gezin gesticht, de andere niet. En toch zouden Aïcha en Mimi zussen kunnen zijn. Deze twee vrouwen van Marokkaanse afkomst zijn al sinds de schoolbanken vriendinnen. Ze zijn opgegroeid in Brussel, waar ze heen en weer werden geslingerd tussen twee culturen. Ze hebben allebei de overgang meegemaakt van de wadi naar het vlakke land, van couscous naar mosselen met friet, van het Offerfeest naar Sinterklaas en de Kerstman, en van vaderlijke ontoegeeflijkheid naar emancipatie. Via pijnlijke leerprocessen en komische tegenvallers dompelt de schrijfster ons onder in een wirwar van herinneringen en gedachten. De scherpe en vaak grappige dialogen tussen de twee vriendinnen geven ons een beter inzicht in de tegenstrijdige verlangens van 'de jongeren van de tweede generatie', die gevangenzitten tussen twee totaal verschillende werelden. Twee meisjes is een ontmoeting tussen de Maghreb en het westen, een verhaal doordrenkt van twijfels en hoop, gevoelens en zelfspot. Lezeressen van uiteenlopende afkomst zullen zichzelf herkennen in deze realistische kroniek (hoewel de schrijfster haar stem leent aan het hoofdpersonage, is het boek geen autobiografie).