J.H. Leopold (1865-1925) is de dichter die door Martinus Nijhoff kandidaat gesteld werd voor de Nobelprijs voor de Literatuur. Dat hij die niet kreeg heeft ons overigens een van de bijzonderste poëtische oeuvres uit de Nederlandse literatuur niet onthouden. Met een ongekende woordenschat – zijn idioom is ongeëvenaard – is Leopold de dichter van instant klassiekers als ‘Om mijn oud woonhuis peppels staan’ – evenzeer als van doorwrochte, zoekende schetsen. Leopold is naast een nagevolgd symbolist een tastende dichter die generatie na generatie revivals beleeft juist vanwege welgeformuleerde en zeer precieze onzekerheid. Lieke Marsman toont de dichter zoals hij nog steeds gelezen kan worden; als iemand voor wie woorden van het allergrootste belang zijn en de juiste bewoording een halszaak.