Dit is de aangrijpende geschiedenis van het Nieuw-Zeelandse gezin Withers, gezien door de ogen van drie van de - inmiddels volwassen - kinderen: Toby, Daphne en Chicks. Toen hun zusje Francie nog leefde, zochten ze samen naar schatten op hun geliefde speelplek, de vuilnisbelt. De sombere toekomst leek er zo ver weg, maar de kinderen ontdekken al gauw dat zelfs een mooie droom niet is opgewassen tegen de dood, ziekte en opname in een psychiatrische inrichting. '...De ondertoon is wel zo schrijnend en tegelijkertijd fijngevoelig, zo rauw en toch weer poëtisch. Om zo te kunnen schrijven, moet je je pen vullen met de inkt van je hart... 'De Gelderlander '...een roman als een symfonie...' Surplus