Eve belandt op jonge leeftijd in een psychiatrische inrichting, waar ze eigenlijk niet thuishoort. Ze is slim en te eigenzinnig. Dan verrast ze haar omgeving door met een medepatiënt, Gibson Nelson, te trouwen. Van deze zwijgzame, oudere tuinman is ze zwanger. De kleine blonde Josiah wordt geboren. Niemand gelooft dat dat goed kan gaan: een kind bij twee voormalige patiënten. Het sociale netwerk laat hen niet met rust en juist daardoor loopt de situatie uiteindelijk uit de hand. Gibson gaat terug naar de inrichting, Eve verdwijnt spoorloos en Josiah staat er, acht jaar oud, alleen voor. Uit liefde voor Josiah tekent op intelligente en levendige wijze het leven van drie ongewone mensen. Zonder openlijk kritiek te uiten op het maatschappelijk werk laat Fane zien dat 'houden van' vele vormen kent die nogal gevoelig kunnen liggen.