'Arthur en zijn worgengel' had deze roman ook kunnen heten. De hoofdpersoon vertrekt met zijn vrouw naar Jeruzalem om als tandarts in een kliniek vrijwilligerswerk te gaan doen. De omstandigheden in Israël lijken in eerste instantie tamelijk overzichtelijk, maar van de gebeurtenissen is slechts een schaduwbeeld te herkennen. De angst voor terrorisme van echtgenote Milena, de spanningen in het huwelijk en de machtsverhoudingen in de joodse kliniek spelen op de achtergrond. Arthurs fascinatie voor de Holocaust, zijn tanend vertrouwen, zijn gespeelde ironie en zijn zwaarmoedigheid – die als een engel der wrake zijn leven binnentreedt – vormen de echte bouwstenen van deze roman.