Hoofdpersoon A wil schrijver worden, zoals velen in Nederland. Na talloze afwijzingsbrieven van uitgevers (Probeert u het eens bij een ander fonds.) besluit A uit wanhoop een opzienbarend boek vol taboes te gaan schrijven, dat in zal slaan als een bom. Een joodse huishoudwinkelketeneigenaar ziet er wel wat in en helpt A financieel. Als de zakenman in een van zijn winkels, op laffe wijze wordt vermoord, is A radeloos. Hoe moet het verder met zijn schrijverschap en het land?