IJzersterk debuut in de traditie van Martinus Nijhoff De dichtregels van Edwin Fagel beschrijven voornamelijk alledaagse situaties in een onopgesmukte taal - een oude man zoekt zijn sigaretten maar vindt zijn zakdoek; mannen in het zwart staan op het zebrapad te wachten tot de tram voorbij is. Maar met zijn kale, onnadrukkelijke regels legt Fagel de dreiging bloot die achter het alledaagse schuilt. Grote begrippen als religie, dood, angst, liefde en intimiteit schuwt Fagel niet, ze zijn alomtegenwoordig in de huiselijke taferelen. De dood is altijd dichtbij, ook voor geliefden, clowns en schrijvers. Fagel maakt dit met indringende en soms duistere beelden voelbaar, culminerend in een reeks gebeden aan een afwezige, wie of wat hij of zij ook moge zijn.