Vaan is het portret van een outsider, een schrijver wiens leven een lange, woeste, bijna wanhopige poging is de wereld in zijn greep te krijgen. Menno Schenke laat de C.B. Vaandrager, bijnaam 'Vaan', herleven als kind, als scholier en schrijver en jazzminnaar in het toenmalige Rotterdamse kunstleven. C.B. Vaandrager (1935-1992) was de zoon van een postbode uit Rotterdam-Zuid, die op zijn eindexamen een 10 kreeg voor zijn Homerus-vertaling en van jongsafaan gefascineerd was door de literatuur. Leve Joop Massaker, heette het eerste boek van Cornelis Bastiaan Vaandrager, wiens talent door de critici direct werd onderkend. Het debuut leverde de jonge schrijver vergelijkingen op met De Avonden en Werther Nieland van Gerard Reve. Als dichter maakte Cor Vaandrager met Armando, Hans Sleutelaar en Hans Verhagen ook wel de 'de Bende van Vier' genoemd in de jaren zestig naam in progressieve literaire tijdschriften als Gard Sivik en De Nieuwe Stijl. In de jaren zeventig bereikte Vaandrager met het proza van De reus van Rotterdam en De Hef zijn hoogtepunt. Menno Schenke laat in deze biografie zien hoe de auteur C.B.Vaandrager langzaam afgleed tot de zwerver Vaan. De gevierde schrijver en bekroonde dichter van weleer werd na langdurig verblijf in psychiatrische klinieken en ettelijke zelfmoordpogingen een vereenzaamde dakloze. Buurtgenoten scholden hem uit voor 'keldermonster', omdat hij leefde tussen het vuilnis in een vervallen souterrain in Rotterdam-Delfshaven. Vaan geeft een fascinerend portret van een getalenteerd schrijver en bevat tegelijk een confronterend beeld van de zwartste zijde van een stad.