Vader/Vadder van Margriet Kousen is het vijfde deel in de tweetalige serie Literair Limburg. Eerder verschenen in deze reeks Connie Palmen – De psychiater, Jacques Vriens – Moeders knie/t Kneen van mien moder, Paul van Loon – Upior en Twan Huys – Over geluk/Ouver geluk. In Vader van Margriet Kousen lezen we over een grootmoeder die voelt dat haar dagen wel zo ongeveer geteld zijn. Zij schrijft een openhartige brief aan haar innig geliefde kleindochter Anna, de ‘lieflijke’ of ‘genadige’ die zo heel anders is dan haar haast kwaadaardige moeder. In de brief staat een schokkende onthulling. Anna’s leven zal daarna nooit meer hetzelfde zijn. Anna weet dat afscheid nemen van haar het allerzwaarste voor me zal worden. Ze weet ook dat het me zwaar zal vallen om afscheid te moeten nemen van mijn geliefde land. ‘Stop mij maar voor altijd onder die lekkere vette löss’, plaag ik haar soms. Mijn wezen is doordrongen van het land dat mij zoveel vreugde heeft geschonken en dat ik mijn Limburgland noem. Of, in het Heerlens: t Anna wit dat aafsjeed numme van höär ’t allerzjwoarste vuur mich zal weëde. Ze wit óch dat ’t mich zjwoar zal valle um aafsjeed te mótte numme va mie geleefde land. ’Duj mich mar vuur ummer ónger deë lekkere vettige löss’, ploag ich höär deks. Mie weëze is durchdrónge van ’t land dat mich zoeëvöäl hat gegeëve en dat ich mie Limburgland num. Margriet Kousen debuteerde in 1978 met Bea, dat kort daarop gevolgd werd door Enkel dubbelspel. Beide boeken kregen zeer goede recensies, zoals ‘geschreven in een warme menselijke toon’ (Algemeen Dagblad). Later verschenen Hemelse berichten en Verscholen herinneringen. ‘Kousen schrijft erover alsof ze het aan den lijve ondervonden heeft.’(Metro), ‘Margriet Kousen excelleert in bijna alles!’ (Limburgs Dagblad).