In Vals goed is de hoofdrol weggelegd voor De Beemden, een uitgestrekt stuk bouwgrond in Loverbeek, een groot dorp tussen Gent en Sint-Niklaas. Dit begerenswaardige perceel is de twistappel tussen twee politieke tegenstanders. De ene wil er – onder groot protest van de buurtbewoners – een hele reeks serviceflats op bouwen. De andere heeft er zo zijn eigen plannen mee. Maar dan wordt op De Beemden het gruwelijk verminkte lijk van een OCMW-medewerkster gevonden. Eerst denkt de politie aan een passionele misdaad, maar dat denkspoor moeten ze al snel verlaten. Het onderzoek komt in een stroomversnelling terecht als pastoor Moens bijna per toeval op enkele ongerijmdheden stuit in het verhaal van een asielzoeker die tijdelijk in het dorp woont. Plots blijkt Loverbeek niet alleen het toneel van financieel gesjoemel, intrige en verraad, maar ook van een internationaal terrorismecomplot. Of hoe de globalisering niets of niemand onberoerd laat.