'De hel kan niet zo verschrikkelijk zijn. De mensen zijn gek.' Dat schreef een Franse soldaat in zijn dagboek toen hij in 1916 de massaslachting bij Verdun meemaakte. Het zouden zijn laatste woorden zijn. Met de Eerste Wereldoorlog stortte het welvarende Europa zichzelf in de afgrond. De korte verrassingsoorlog waarop vrijwel iedereen rekende toen de strijd begon in augustus 1914, ontaardde in een gruwelijke uitputtingsslag. Toen in november 1918 de wapens eindelijk zwegen, waren er tientallen miljoenen doden en gewonden te betreuren. Het was niet minder dan een ramp voor de Europese beschaving. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Over die vraag gaat Van de barricaden naar de loopgraven. Aan de orde komen veranderingen in oorlogvoering en samenleving in achtereenvolgens de napoleontische oorlogen, de Krimoorlog en de Frans-Duitse oorlog, en de ontwikkelingen in de wapentechnologie, de medische wetenschap en de oorlogsverslaggeving in de negentiende eeuw. De rode draad die zichtbaar wordt, is dat de bevolking in deze periode in toenemende mate betrokken is geraakt bij de oorlogvoering, die een steeds industriëler karakter kreeg. Zo werd de eerste totale oorlog van de twintigste eeuw mogelijk. De bundel besluit met een analyse van het effect van die oorlog op Duitsland, dat verdeelder dan ooit uit de oorlog tevoorschijn kwam.