rvon Van Eeden in november 1900 zijn roman Van de koele meren des doods voltooide, was hij ervan overtuigd dat het boek een universele uitwerking zou hebben, omdat het kwesties aansneed die overal in het fin de siècle in gisting waren: de opkomst van de psychiatrie, de mystiek, het dromenonderzoek, de vrouwenemancipatie, de snel veranderende sociale omstandigheden. Aan de hand van een indringende beschrijving van een bewogen vrouwenleven geeft Van Eeden een demonstratie van zijn psychiatrisch en sociale visie. Met groot inlevingsvermogen beschrijft hij de ontwikkelingsgang van de vrouwelijke hoofdpersoon, haar jeugdervaringen, haar mislukte relatie met een schilder, haar depressies, haar mislukte huwelijk, haar verhouding met een pianist, haar leven als verslaafde prostituee in Parijs en ten slotte haar geestelijk herstel. Van Eeden vertelt het dramatisch levensverhaal zonder zich te bezondigen aan de woordkunst waaraan zovele Tachtigers zich schuldig maakten. De onopgesmukte stijl en het psychologisch realisme hebben ervoor gezorgd dat het boek klassiek is geworden.