De auteurs van deze dissertatie hebben zich als duo tot taak gesteld om een onderzoek te verrichten naar de confrontatie tussen enerzijds de aanhangers van het vroege protestantse Réveil in Nederland en anderzijds een aantal vertegenwoordigers van de doorwerkende Verlichting hier te lande in de periode 1815-1826. Van deze confrontatie, die zich voornamelijk manifesteerde als een pennenstrijd naar aanleiding van geruchtmakende geschriften, hebben de auteurs een bibliografische reconstructie vervaardigd door de presentatie in hoofdzakelijk coherent-descriptieve zin van de inhoud en de receptie van een breed scala polemische publicaties, zoals pamfletten, preken, tijdschrift- en krantenartikelen (ook buitenlandse), dichtwerken en recensies. Ook hebben zij een groot aantal egodocumenten in de vorm van dagboeknotities en brieven, waarvan het overgrote deel (nog) niet is uitgegeven, in hun onderzoek betrokken. De auteurs laten zien hoe er vanuit de kring rond Willem Bilderdijk onder meer geprotesteerd werd tegen de rationalistisch-moralistische religiositeit van de Verlichting. Aangezien deze representanten van het Réveil het vooruitgangsoptimisme van de Verlichting wilden uitdoven, werden zij door hun verlichte tegenstanders "dompers" genoemd; vandaar de hoofdtitel van deze dissertatie: Van dompers en verlichten.