'Het gevoelen van jongeren ondergewaardeerd te worden, gevangen te zijn in een voor hen onvriendelijke maatschappij, met liefdevolle doch somtijds verstikkende familierelaties, is van alle tijden. Het kan, indien het - zonder verbittering op te leveren - wordt gekanaliseerd, leiden tot sterk ontwikkelde persoonlijke drijfveren om niet alleen aan de omklemming te ontsnappen doch tevens tot een meer gewenste levenssfeer te geraken. Met ontplooiingskansen en betere bestedingsmogelijkheden. De crisisjaren van even voor de Tweede Wereldoorlog werden gekenmerkt door een buitengewoon grote werkloosheid. Het waren jaren waarin de klassenstrijd en confessionele verschillen tot in de straten en huizen manifest waren. Dit riep in grote delen van de bevolking gevoelens op van machteloosheid. Uitmondend in de verzuchting "een dubbeltje zal nooit een kwartje worden". Tegelijk echter was dit gegeven voor mij de prikkel om me vanuit de eigen beperkte vermogens omhoog te worstelen en te trachten tot erkenning te komen en tot een hogere levensstandaard dan mijn ouders.' Het bovenstaande schreef Joop van der Reijden bij het gereedkomen van Van Leids laken tot Gooise matras, kort voor zijn dood op 3 februari 2006. Joop van der Reijden belicht in dit boek op openhartige wijze de ervaringen die hij in opeenvolgende functies heeft opgedaan in organisaties van de (buitenlandse) handel, de volksgezondheid en de omroep. Door het persoonlijke aandeel van de leden van het kabinet-Lubbers I en andere, daarbij betrokken, beleidsmakers te beschrijven, geeft hij inzicht in de wijze van besluitvorming van dit succesvolle kabinet. In de marge daarvan komt de rol van Hare Majesteit de Koningin aan de orde. Het boek sluit af met een gedetailleerde en spannende beschrijving van de opkomst en neergang van het (commerciële) Veronica.