Astrid van der Star groeide op in Crooswink, een Rotterdamse volksbuurt, die wel een slechte naam had, maar waar je ook heerlijk kon buitenspelen. In Van lief naar lef heeft ze haar herinneringen vastgelegd. De geboorte van haar zusje, haar schooltijd, ome Herman die de meisjes uit de buurt naar zijn zolder lokte, de echtscheiding van haar ouders - in die jaren een schande. Ze beschrijft hoe haar huwelijk met Cor - een moetje - mede door het godsdienstfanatisme van zijn moeder al snel spaak loopt. Maar ze houdt ere en wolk van een dochter aan over en ze slaagt erin de kost te verdienen, hoewel dat voor een gescheiden vrouw nog steeds niet makkelijk is. Na jaren trouwt ze voor de tweede keer, nu met een Griekse zeeman. Na de geboorte van hun zoon, blijkt zijn vriendenkring niet de hare te zijn en Astrid moet met haar kinderen onderduiken. Ze raakt in een diepe crisis, krabbelt overeind en vindt uiteindelijk rust in de gedachte dat haar kinderen haar nodig hebben. 'De grote kracht van Astrid van der Star is haar verrassende openhartigheid. Een sprankelend boek vol met vrolijke en minder vrolijke anecdotes.' - Gerarda Mak, auteur van Alleen met velen. Astrid van der Star (1944) woont in Rotterdam. Ze was maatschappelijk werkster en schrijft nu aan haar tweede boek.