Lidy Nicolasen is chef van de Haagse redactie van de Volkskrant, als op 6 maart 2002 de Gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, die zoals we inmiddels weten het begin van een politieke aardverschuiving waren. De opkomst van Pim Fortuyn en de pijnlijke afgang van Melkert en Dijkstal in het slotdebat zijn nog altijd onderwerp van discussie. Ook bij de Volkskrant, die eerder het spraakmakende interview met Fortuyn publiceerde waarna hij een eigen partij zou oprichten - een beslissende factor in wat er vervolgens gebeurde. Dat deze kwesties voor journalistieke opwinding zorgen is duidelijk, maar hoe kijkt een journalist die gewend is om dichtbij het brandpunt van de macht te staan naar die gebeurtenissen? Welke onzekerheden bestaan er binnen een redactie, welke conflicten spelen er, wat zijn de ups en downs van een journalist in die historische periode? Lidy Nicolasen geeft in dit boek een uniek kijkje in de journalistieke keuken. Een journalist wordt geacht om onafhankelijk te berichten, maar wat als de gebeurtenissen leiden tot een politieke revolutie en zelfs moord? Wie zou dan nog afstandelijk en objectief kunnen blijven? En wat gebeurt er als je dat koste wat kost toch wilt?