Na de Tweede Wereldoorlog werden vele Nederlandse wetenschapsbeoefenaren in staat gesteld een verdere wetenschappelijke vorming van Amerikaanse universiteiten te ondergaan. Sindsdien heeft de idee postgevat dat de hervorming van de Nederlandse universiteiten na de oorlog vooral op Amerikaanse leest werd geschoeid. Deze gangbare visie wordt in dit boek genuanceerd. Zeker, de Nederlandse wetenschap richt zich niet meer zoals vroeger op de Duitse 'geleerdheid'; het brandpunt is gaandeweg verschoven naar de Anglo-Amerikaanse wereld. Maar er is tegelijk sprake van continuïteit. Ondanks twee wereldoorlogen en politieke aardverschuivingen heeft de Nederlandse wetenschap een eigen plaats behouden. Van oude en nieuwe universiteiten laat zien dat die eigen positie het zelfbeeld van de Nederlanders heeft gekleurd. Beduchtheid voor overheersing gaat gepaard met een sterk vertrouwen in eigen mogelijkheden.