Afgezien van een ritueel als Prinsjesdag, kent de Nederlandse politiek op het eerste gezicht weinig tradities. Ook lijkt vrijwel niemand zich te bekommeren om het verlies van tradities. Zo is de Tweede Kamer in 1992 zonder veel omhaal overgestapt naar een nieuwe zaal. Het meest wordt er nog gesproken over tradities waarvan iedereen af wil, zoals de bekende regentenmentaliteit. Van regentenmentaliteit tot populisme toont dat veel tradities in de Nederlandse politiek weliswaar niet opvallen omdat ze zo introvert zijn, maar ze zijn des te sterker en iedereen die hier effectief politiek wil bedrijven zal ze moeten kennen. Het gaat dan om tradities in de zin van sociale praktijken die worden doorgegeven. Dit boek vertelt in een reeks hoofdstukken hoe Nederland vanaf de negentiende eeuw is omgegaan met grondwet, monarchie, Tweede Kamer, minister-presidentschap en politieke partijen, maar ook met regentenmentaliteit en het poldermodel. Ook de afwezigheid van een traditie van populisme en de betekenis van buitenlandse invloeden komen aan de orde. De geschiedenis staat in Van regentenmentaliteit tot populisme in een actuele context als historische achtergrond bij de grote veranderingen die de Nederlandse politiek de laatste jaren heeft doorgemaakt. Henk te Velde (1959) studeerde en promoveerde in Groningen en is sinds 2005 hoogleraar vaderlandse geschiedenis in Leiden. Hij heeft veel gepubliceerd over de geschiedenis van de politieke cultuur in Nederland.