Een monster. Dat is het gangbare beeld van de Romeinse keizer Tiberius. Met dank aan Suetonius en vooral Tacitus, die van hem een vernietigend portret schetsten. Velleius Paterculus (19 v.Chr.- 31 n.Chr.), tijdgenoot van Tiberius, dacht er heel anders over. In zijn korte ‘wereldgeschiedenis’, de geschiedenis van Rome dus, vormt het bewind van Tiberius een stralende climax. Velleius had ook persoonlijk uitstekende ervaringen met Tiberius opgedaan: jarenlang diende hij onder hem als generaal in verre landen als Germanië ervaren jagers, nemen de lezer mee het veld in en laten hem delen in de sensatie van het jagen. Daarnaast schetsen ze een historisch portret van de jacht en gaan ze op zoek naar de waarde die de jagerstraditie nog heeft in het begin van de eenentwintigste eeuw. De praktijk van het jagen blijkt veel minder zwart-wit dan voor- en tegenstanders willen doen geloven. De jacht is een prikkelende, levensbeschouwelijke bijdrage aan de discussie over dierenrechten, dierenactivisme en binds, is voorzien van een bevlogen inleidend essay door Jona Lendering en een uitgebreid namenregister.