Weinigen hebben in de twintigste eeuw zo'n zwaar stempel gedrukt op het aanzien van het Nederlandse landschap als ingenieur Ringers. Zijn levensloop was even boeiend en afwisselend als dat landschap zelf. J.A. Ringers (1885-1965) was de grote man van Rijkswaterstaat in de tijd van de Afsluitdijk, de drooglegging van de Noordoostpolder, de uitbouw van de Rotterdamse haven en de eerste Nederlandse snelwegen. Vanuit Nederland bestuurde hij bovendien de Nederlands-Indische Spoorwegen. In Van Waterstaat tot Wederopbouw laat Tessel Pollmann zien hoe de ingenieur in rap tempo het bescheiden timmermansmilieu ontgroeide waarin hij was geboren. Zoals voor veel hooggeplaatste Nederlanders was de Tweede Wereldoorlog ook voor Ringers een cruciale periode. In de mobilisatietijd van 1939 bereidde hij de inundatie van de Hollandse Waterlinie voor. Na de capitulatie van mei 1940 werd hij Regeringscommissaris voor de Wederopbouw en ontwierp hij de plannen voor de herbouw van de verwoeste steden Rotterdam, Middelburg en Rhenen. Hij werkte samen met de Duitsers, maar was ook actief in de illegaliteit. De laatste jaren van de oorlog bracht hij door in de gevangenis en in concentratiekampen. Ringers sloot zijn loopbaan af als minister van Wederopbouw in het eerste kabinet-Beel.