Loontjens' poëzie balanceert op de grens van vertrouwdheid en vervreemding. Het alledaagse wordt vreemd en het onbegrijpelijke klinkt vertrouwd. Jannah Loontjens plaatst de dingen in een onverwacht, soms onwennig perspectief, waarin zij de mogelijkheden en de beperkingen van taal aan de orde stelt. Haar woorden hebben een sterk beeldend vermogen. Vrijwel elk gedicht wordt door een voelbaar verlangen gedreven. Vaak richt dit verlangen zich op het meest klassieke poëtische onderwerp: de liefde. Zelfs de meest hedendaagse objecten worden deel van verbeeldingen van een verlangen naar liefde. Dit herkenbare verlangen wordt op zo'n wijze verwoord, dat het steeds opnieuw een vervreemdende sfeer oproept.