Soms droom je van een stad en wil je haar bezoeken. Soms bezoek je een stad en wordt zij tot een droom. Dat laatste overkwam de dichteres Maria de Groot. Zij leerde Venetië kennen in 2005 en sindsdien bleef de stad in haar aanwezig. Venetië, een onbeschrijflijk rijke en tegelijk bedreigde stad, een snoer eilanden, waaraan een schat van edelstenen schittert. De gedichten in deze bundel peilen Venetië zowel in haar tradities als in haar oorspronkelijkheid, zowel in haar feestdos als in haar tragiek. Een Magnificat, waarin tegenstellingen worden verenigd, besluit de bundel. Magnificat sterren, besneeuwde planeten, oppermachtige storm, najaarsregens, platanen als vorsten, weldoende kamille, ik hoor jullie weeklacht, beaam je met reden: Magnificat.