In de bundel Verborgen camera bracht Martien J.G. de Jong gedichten bijeen die hij schreef in de jaren 1949-2010. Het gaat dus om een periode van ruim zestig jaar en dat verklaart de verrassende diversiteit van De Jongs verzamelde poëzie. Het boek bevat twee bundels die de dichter tot heden in portefeuille heeft gehouden: Lego met een meer speels en Deemster op de uiterwaarde met een meer ernstig karakter. Ze worden gevolgd door de afdelingen Reproducties en Memento, waarin gedichten zijn verzameld die De Jong in de loop der jaren heeft gewijd aan het werk van schilders (onder wie de zeer bewonderde Permeke en Chagall) en aan de nagedachtenis van overledenen (onder wie de dichters Achterberg, Hoornik, Gilliams en De Coninck). De verzameling opent met een herziene herdruk van de bundels Aardbeien uit een blauw vergiet (1972), Een onschuldig land ( 1975), In de nieuwe wereld (1979) en In de nacht op onmogelijke paden (1997), waaraan, in de afdeling Recrutering, twee gedichten voorafgaan van een soldaat die in 1949 was bestemd om te worden uitgezonden naar het zich vrij vechtend Nederlands-Indië.