De auteurs van dit boek hebben bijna twintig jaar samengewerkt in onderzoek naar de inhoud, ordening en richting van het persoonlijk waarderingsleven. De eerste auteur als persoonlijkheidspsycholoog, de tweede als counseler/psychotherapeut. Zij hebben een zelfkonfrontatiemethode (ZKM) ontwikkeld die mensen in de gelegenheid stelt hun eigen waarderingen op systematische wijze te onderzoeken. De auteurs laten zelfonderzoekers aan het woord die deze methode op zichzelf hebben toegepast. Aan de hand van veel praktijkvoorbeelden worden twee grondmotieven geschetst die ten grondslag liggen aan ons waarderingsleven: Het streven naar zelfhandhaving en zelfexpansie Het verlangen naar verbondenheid met iets (natuur, kunst) of iemand (vriend, kind, hoger wezen). Op de momenten dat deze motieven samenvloeien wint het leven aan kracht en zinvolle oriëntatie. Wanneer ze uiteenraken of wanneer een van de twee verwaarloosd wordt, is de kans op desoriëntatie groot. In combinatie openen de twee grondmotieven een waaier van waarderingsmogelijkheden. Om tot ontdekking en ontwikkeling van deze waarderingen te komen, geven de auteurs praktische richtlijnen. In het boek komen uiteenlopende verschijnselen aan de orde, zoals het thema van de onbereikbare ander, de schaduwzijden van het succes, de wolf in schaapskleren, het verschil tussen eigenliefde en narcisme, de constructieve kant van de woede, inefficiënte vormen van zelfbevestiging, de verborgen aanwezigheid van kwetsbaarheid en de polyfonie van de menselijke geest en de kern van onze ervaringswereld.