Albert Custers maakte deel uit van illegaliteit en verzet in Hoensbroek tijdens de Duitse bezetting. Nog tot ver in de zestiger en zeventiger jaren was de oorlog geregeld onderwerp van gesprek in gezin en familie. Ook zijn broers en schoonbroers waren immers actief in het verzet in het Limburgse mijnwerkersdorp. Mede gedreven door journalistieke interesse vroeg de auteur zijn vader vaak en indringend naar die tijd. Ondanks de aarzelingen en de terughoudendheid van zijn vader kon de schrijver zich toch een beeld vormen van de betrokkenheid van Albert Custers bij het verzet in Hoensbroek en bij illegaliteit en sabotage op de staatsmijn Emma. De herinneringen van de auteur aan gesprekken in gezin en familie, de ontmoetingen met getuigen en nabestaanden en intensief onderzoek in archieven hebben geleid tot het verhalende document dat voor u ligt. De anekdotes hebben betrekking op Hoensbroek en op één van de vele Limburgers die zich verzetten tegen een onredelijke, onmenselijke en uiteindelijk op vernietiging gerichte bezetter. Maar de verhalen, gebeurtenissen en feiten zouden net zo goed ook in andere (Limburgse) dorpen en steden hebben kunnen plaatsvinden. Niet zelden is dat ook het geval geweest.