Verlof speelt in een wereld die de romanliteratuur heeft uitgebannen als schadelijk voor het menselijk moreel, en die objectiviteit als hoogste goed koestert. De ik-figuur, een man van in de dertig, treedt in dienst als notulist bij het Instituut, een internationale organisatie die sterk lijkt op de Verenigde Naties. Zijn opdracht is zo feitelijk mogelijk verslag te doen van de activiteiten van de organisatie en van zijn eigen functioneren daarin. Hij raakt bevriend met een collega die lid is van een geheim genootschap van romanliefhebbers. De aanvankelijk voorbeeldig in het systeem functionerende ik-figuur raakt gefascineerd en ondergaat een mentaliteitsverandering. Als zijn pogingen om verlof te krijgen om zijn stervende vader te bezoeken stelselmatig worden afgewezen wordt het Instituut steeds meer tot een gevangenis waaruit hij wil ontsnappen. In een subtiel spel met stijl en betekenis vertelt Curiol een beklemmend verhaal over waarheid en verbeelding, over binnenwereld en buitenwereld, over vrijheid en gebondenheid, dat herinneringen oproept aan Kafka, Beckett en Orwell.